In onze boerderij hing tot ruim na de feestdagen nog een gezellige kerstsfeer. Onze boom stond lang in vol ornaat te pronken met haar klassiek-warme lichtsnoer. De guirlande lag nog even galant gedrapeerd over de kamerkast en in de hal stond het eenzame mini-kerstboompje in de wacht, nadat het in haar nadagen gepromoveerd werd van buiten naar binnen. Het lukte boer en mij nog even niet om afscheid te nemen van deze warme, langzaam-aan dagen. Stap voor stap werd er afgetuigd – we namen onze tijd. Het werk op de boerderij gaat natuurlijk altijd door, maar in de afgelopen weken waakten we ons een beetje voor overvolle werkdagen. Mooie bijkomstigheid was dat de drukke verkeersweg die voor onze boerderij door loopt heerlijk rustig bleef in de kerstvakantie. Afgelopen maandag heeft het ‘normale’ leven zijn beloop weer gekregen; de boom zal verhuizen naar tuin of stapel en de weg gaat haar verkeer weer genereren. Januari is weer gaande, zo na de feestdagen mijn molligste – state of body – maand van het jaar😅

Januari staat eveneens bekend als de depressiefste maand van het jaar. Welke maatstaven ze daarvoor gebruiken is mij een raadsel maar ik verwacht dat het met de donkere dagen na kerst te maken heeft. Door statitistische vaststellingen laat ik me trouwens sowieso niet ringeloren ondanks dat daar tegenwoordig alle reden toe lijkt te zijn. Wel hunker ik naar een beetje winter – niet àl te streng – om me een beetje kunnen te identificeren met deze eerste maand van het jaar. Gezien een aantal energieke molshoopjes in boomgaardje en weilanden de afgelopen tijd leek dat er niet in te zitten. Althans…als ik mijn boer mag geloven die zegt “als we molshopen in de wei hebben dan gaat het niet vriezen”. En dat bleek tot nu toe. Zacht weer en regenval viel ons ten deel hetgeen hier na de gortdroge zomer overigens goed van pas kwam. Het spreekwoord: “Ziet men in januari veel mollen, dan laat de winter niet met zich sollen” impliceert juist dat zich een behoorlijke winter gaat aandienen als het mollige, wollige, slechtziende diertje haar hoopjes fabriceert. De bewijsvoering moet ik jullie helaas onthouden, want die is er namelijk niet. Het is wel zo dat als de grond nog zacht is de mol aan de oppervlakte zijn gangen graaft en dat zorgt voor een aantal gezellige bergjes aarde. Dat gebeurt als de temperatuur al een poos een eindje boven nul is en de aarde nog zacht. Wormen en ander mollenvoedsel verblijven dan in de bovenste grondlaag en dat klinkt natuurlijk logisch. Zegt echter niets over het verder verloop van de winter want het molletje zelf mist helaas een voorspellende gave. Het aantal molshopen is drastisch af aan het nemen schreef ik vanmorgen. Dacht ik echt, maar dat was enkele dagen terug – we hadden toen een paar nachtjes lichte vorst. Net terug uit het weiland zie ik dat er toch weer een hoop verse hoopjes bij zijn gekomen. Het regent ook nog steeds en de temperaturen zijn van een lente-achtig kaliber. De vooruitzichten zijn nog niet veel anders…

Overigens molt onze hond graag hopen

Aangezien het zwarte beestje deze winter tot nog toe duidelijk aanwezig is geweest en weinig te raden over laat, hoopt deze boerin op een spannend nieuw seizoen van ‘Wie is de mol…’ dat binnenkort weer begint. Een goede mol koestert zijn geheimen en toont node zijn ware aard. Eindelijk gaan we weer zien wie van de deelnemers zo diep zal graven dat hij boven komt…😆

Tot zover de moltalk! Fijne dag nog!

Advertentie

Een gedachte over “Mollig begin

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.